Leviticus 26:36

SVEn aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt.
WLCוְהַנִּשְׁאָרִ֣ים בָּכֶ֔ם וְהֵבֵ֤אתִי מֹ֙רֶךְ֙ בִּלְבָבָ֔ם בְּאַרְצֹ֖ת אֹיְבֵיהֶ֑ם וְרָדַ֣ף אֹתָ֗ם קֹ֚ול עָלֶ֣ה נִדָּ֔ף וְנָס֧וּ מְנֻֽסַת־חֶ֛רֶב וְנָפְל֖וּ וְאֵ֥ין רֹדֵֽף׃
Trans.wəhannišə’ārîm bāḵem wəhēḇē’ṯî mōreḵə biləḇāḇām bə’arəṣōṯ ’ōyəḇêhem wərāḏaf ’ōṯām qwōl ‘āleh nidāf wənāsû mənusaṯ-ḥereḇ wənāfəlû wə’ên rōḏēf:

Algemeen

Zie ook: Blad, Bladeren, Hart (lichaamsdeel), Zwaard

Aantekeningen

En aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

הַ

-

נִּשְׁאָרִ֣ים

En aangaande de overgeblevenen

בָּ

-

כֶ֔ם

-

וְ

-

הֵבֵ֤אתִי

laten komen

מֹ֙רֶךְ֙

een wekigheid

בִּ

-

לְבָבָ֔ם

onder u, Ik zal in hun hart

בְּ

-

אַרְצֹ֖ת

in de landen

אֹיְבֵיהֶ֑ם

hunner vijanden

וְ

-

רָדַ֣ף

hen jagen zal

אֹתָ֗ם

-

ק֚וֹל

zodat het geruis

עָלֶ֣ה

blad

נִדָּ֔ף

van een gedreven

וְ

-

נָס֧וּ

en zij zullen vlieden

מְנֻֽסַת־

gelijk men vliedt

חֶ֛רֶב

voor een zwaard

וְ

-

נָפְל֖וּ

en zullen vallen

וְ

-

אֵ֥ין

-

רֹדֵֽף

waar niemand is, die jaagt


En aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!